Henk Willem van Dorp heeft met zijn Van Dorp Groep binnen 40 jaar tijd een behoorlijk imperium opgebouwd van 4 divisies bestaande uit 42 bedrijven en 2100 medewerkers. Hoe hij zo ver is gekomen? Met een verrassend simpele strategie: “Ik heb drie regels: (1) we moeten gezellig samen oud worden, (2) de wereld beter achterlaten dan we hem hebben aangetroffen en (3) eens in de paar jaar verdubbelen.” 

In militaire dienst besefte Henk Willem voor het eerst dat hij over leiderschaps­capaciteiten beschikte. Toen de sergeant-majoor vertrok, pakte hij vanzelfsprekend de onderhoudsschema’s erbij en zette iedereen aan het werk. “Dat vond iedereen normaal.” Het gaf hem zelfvertrouwen en een gezonde eigenwijsheid, waardoor hij in 1985 dacht dat hij het “wel beter kon doen dan de baas” bij het verwarmingsbedrijf waar hij werkte. En hij kreeg gelijk. Van verwarmingsinstallatiebedrijf verbreedde hij zijn bedrijf naar alle gebouwgebonden installaties en het aantal medewerkers groeide al snel van 10 naar 60. De groei bleef doorzetten en Van Dorp doet nu totaalinstallatie, energie, infrastructuur, zwembadtechniek, klimaatbeheersing, vastgoed, productontwikkeling en fabricage, afgetopt met de Van Dorp Foundation. 

In het kort

Activiteit: totale technische en facilitaire dienstverlening 
Oprichtingsdatum: 1985 
Aantal medewerkers: 2100 
Omzet: 360 miljoen euro 
Vestigingen: 22 
Grootte wagenpark: 1000 wagens, waarvan 600 met grijs kenteken 

Af van fossiel 

Duurzaamheid is hetgeen dat al die verschillende activiteiten van Van Dorp verbindt, of het nu gaat om klimaat­beheersing, bekabeling of industriële automatisering. En als grote speler in de verduurzamingsbranche legt het bedrijf ook zichzelf ambitieuze duurzaamheidsdoelen op. In 2015 besloot Henk Willem de CO2-uitstoot van zijn medewerkers terug te brengen naar de hoeveelheid die de aarde per persoon aankan: 1500 kg per jaar. “Wij nemen verantwoordelijkheid voor de helft daarvan: een uitstoot van maximaal 750 kg per medewerker.” 

Om dit te bereiken berekende Van Dorp eerst waar de uitstoot van het bedrijf vandaan kwam: 75% kwam van auto’s, 20% van gebouwen en 5% overig. De gebouwen waren natuurlijk de eerste focus – dat is nota benen het werk van Van Dorp. Per 2025 zijn ze allemaal ‘energiepositief’. Ze leveren dan meer energie op dan ze kosten. De volgende stap is elektrificering van het wagenpark. Henk Willem: “De gele kentekens zijn inmiddels elektrisch en in 2030 wil ik ook alle grijze kentekens van de fossiele energie af. Helaas zijn er op dit moment nog geen fossielvrije bussen met voldoende actieradius, waar onze monteurs de hele dag mee door het land kunnen rijden. Ik hoop dat rijden op waterstof de komende jaren de oplossing gaat bieden.” 

In balans met de aarde 

De verduurzaming van de gebouwen en het wagenpark van Van Dorp zijn mooie stappen in de energietransitie, maar voor Henk Willem is het eigenlijk slechts een onderdeel van een dieperliggend vraagstuk. Net als bij de uitstoot van zijn medewerkers vraagt hij zich af: hoe brengt hij de onderneming in balans met wat de aarde aankan? “De echte omslag is niet het gebruik van duurzame energie­bronnen, maar om af te stappen van slank en snel werken. Op de lange termijn houden we dat niet vol. We moeten werken vanuit duurzame overvloed: circulair en in harmonie met de natuur.” 

Waarde van een schilderij 

Het is aan de vier zoons van Henk Willem om de missie van Van Dorp voort te zetten. Eind 2020 zette de familie de overdracht van het bedrijf in gang, al bleek dat ingewikkelder dan gedacht. De grote hoeveelheid bedrijven die onder de groep valt, zorgde in het overnameproces regelmatig voor aanvaringen met de Belastingdienst, omdat de partijen het moeilijk eens konden worden of er ‘oneigenlijk vermogen’ werd over­gedragen. “Lansigt heeft de Belasting­dienst toen gevraagd om een persoonlijk gesprek,” vertelt Henk Willem.  “En dat hielp. Na de kennismaking had het dossier een gezicht. De sfeer was in één klap veel beter.” 

Henk Willem beklaagt zich wel over de steeds strengere regels die de overheid stelt aan overdrachten. “Ik zeg dan telkens: de waarde van een familiebedrijf is als een duur schilderij. Je kunt het aan de muur hangen en ervan genieten, maar je kunt het niet verkopen.” 

Levenslang familie 

Het is een publiek geheim dat veel familieoverdrachten op korte of lange termijn voor ruzie zorgen. Daarom stelde de familie Van Dorp vóór de overdracht met het hele gezin inclusief schoondochters een ‘familiestatuut’ op, waarin staat wie er werkt in het bedrijf, wat er gebeurt na een scheiding en hoe bezit en zeggenschap zijn geregeld. “De verwachtingen moeten duidelijk zijn en de afspraken helder. Het statuut is een houvast om ruzie te voorkomen.” 

Zo is onder andere besloten de STAK-certificaten buiten de huwelijkse gemeenschap te houden en een Raad van Commissarissen op te richten die het bestuur aan mag stellen. “We hebben ook afgesproken dat het belang van het bedrijf vóór de familie gaat. Dat kan betekenen dat iemand moet opstappen als dat nodig is. Ik heb familiebedrijven gezien met de verkeerde mensen aan het roer, burn-outs en andere ellende. Dat wil ik voorkomen.” 

Eva van Siedrecht 

In januari 2021 kwam Van Dorp naar Lansigt met de vraag of die hen kon begeleiden bij de overdracht van Van Dorp naar de toekomstige generatie. Om het bedrijf op een fiscaal zo gunstig mogelijke manier over te dragen met de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) was een herstructurering noodzakelijk. Samen met haar collega’s Hans Vogelaar, Daniëlle Bubberman, Rutger Both en Renger Kok heeft Eva van Sliedregt deze herstructurering uitgedacht en uitgevoerd.  

Eva heeft zich in het proces vooral beziggehouden met de juridische uitwerking, zodat het bedrijf uiteindelijk aan de kinderen kon worden overgedragen. “Het was heel bijzonder om zoiets belangrijks bij te dragen aan de continuïteit van het bedrijf. We hebben keihard gewerkt om alles in een jaar af te ronden. We startten begin 2021 en op 30 december 2021 zaten we bij de notaris voor de laatste handtekening.” 

2 januari 2023
Geplaatst in: Nieuws, Lansigt, Klant in beeld, Magazine Sigt