Evenals vorig jaar heeft Prinsjesdag niet tot schokkende nieuwe actiepunten voor dga’s geleid. Wel is het opnieuw belangrijk voor dga’s om in de laatste weken van dit jaar nog enkele punten te beoordelen. In dit artikel behandelen we drie actiepunten die voor diverse dga’s van belang zijn en stippen we nog enkele overige aandachtspunten aan.
Dividend in eerste schijf uitkeren!
Excessieve schulden aan de B.V. inventariseren!
Strengere giftenaftrekregeling voor B.V.’s!
- Een door de B.V. aan een ANBI gedane gift is aftrekbaar voor zover de gift lager is dan het huidige wettelijke maximum van 50% van de fiscale winst, met een maximaal aftrekbedrag van € 100.000. Overigens blijft volledige aftrekbaarheid als reclamekosten gelden indien het giften zijn in het kader van reclame, sponsoring of MVO-beleid van de B.V. Wat nogal eens misgaat is dat het hier om de fiscale winst gaat.
Deelnemingsresultaten tellen niet mee vanwege de deelnemingsvrijstelling. Soms is de commerciële winst van een B.V. wel hoog, maar blijft er na aftrek van die deelnemingsresultaten weinig over zodat de genoemde maxima overschreden worden. - Het bedrag van een niet-aftrekbare gift wordt in aanmerking genomen als een voordeel in box 2 voor de dga. Giften die voor de B.V. niet aftrekbaar zijn en als dividend aan de dga beschouwd en belast worden, zijn vervolgens bij de dga slechts aftrekbaar indien de bovengrens van de giftenaftrek in de inkomstenbelasting nog niet bereikt is.
Overige aandachtspunten 2025 dga’s
- Sinds 2023 kunnen onder andere dga’s een (extra) lijfrentestorting doen omdat vanaf 2023 een veel hoger bedrag aftrekbaar is tegen het hoogste tarief. Veel dga’s hebben daarvoor niet gekozen omdat zij een lijfrente te inflexibel vinden. Voor degenen die er in de afgelopen jaren wel voor gekozen hebben ligt voor de hand ook in 2025 weer een lijfrentestorting te doen. Van belang zal zijn te laten uitrekenen wat in 2025 de optimale hoogte is van die storting.
- Wat box 3 betreft zijn bekende tips het box 3-vermogen vóór 1 januari 2026 te verlagen door uitgaven of door overheveling van vorderingen of andere beleggingen met een laag rendement naar de B.V. Dat kan nu extra interessant zijn nu het forfaitair rendement voor overige bezittingen (niet-banktegoeden) per 1 januari 2026 fors stijgt naar 7,78% (wat per saldo een vermogensbelasting van 2,8% op die overige bezittingen betekent). Soms is een “Opgaaf werkelijk rendement” een oplossing voor beperking van de box 3-heffing, maar daarbij tellen ook andere vermogensbestanddelen en waardestijgingen mee.
- Veel particulieren hebben al brieven van de Belastingdienst ontvangen over de mogelijkheid een “Opgaaf werkelijk rendement” (vaak eenvoudig genoemd “OWR’) elektronisch in te vullen en in te dienen. Vooral het jaar 2022 levert vanwege de daling van aandelenkoersen in dat jaar voor diverse particulieren een forse box 3-teruggaaf op.
25 november 2025
Geplaatst in:
Blogs