Mijn moeder komt uit een grote Urker visfamilie, waar ieder mannelijk familielid op enig  moment werd ‘klaargestoomd’ om het stokje over te nemen. Zo gaat dat bij familiebedrijven. Ze willen de volgende generatie goed opleiden en voorbereiden, zodat zij het succes kunnen voortzetten. Mijn opa dacht daar echter anders over.

Hij nam een bijzondere afslag en bouwde net na de oorlog zijn eigen haringhandel op. Niet op Urk, maar in Den Bosch. Het familiebedrijf bleef gewoon bestaan. Lange tijd dacht ik dat het een strategische en bewuste keuze was van mijn opa. Maar niets bleek minder waar.   Want wat bleek? Na de oorlog dreigde een crisis in het familiebedrijf na een akkefietje met de ‘vis-kus’. Een van de neven, die de boeken zou bijhouden, ‘vergat’ de BTW en boekte reisjes voor zichzelf. Het bedrijf had naar de haaien kunnen gaan. Samenwerken met familie was en is geen sinecure. Op advies van een goede vriend gooide mijn opa vervolgens een visje uit in Den Bosch. En niet zonder succes. Uiteindelijk was hij daar veel beter op zijn plaats, zijn vriend en adviseur had hem in de juiste richting geduwd. Hij bouwde een bloeiende vishandel op en trok klanten uit heel de omgeving!   Met de wijsheid van nu denk ik dat de familie op Urk veel te laat is gaan nadenken over opvolging. Een aantal neven was volgens mij totaal niet geschikt om te ondernemen, mijn opa werd daar bijna de dupe van. Veel ondernemers willen bij pensionering graag door een familielid worden opgevolgd, maar blijken daarvoor geen concreet plan te hebben. Succesvolle ondernemers zetten hun bedoelingen vaak wel op papier en testen hun plannen ook uit. Met als doel een balans te vinden tussen familie, eigendom en bedrijf. Een goede planning voorkomt dat je de haring over de kop vaart…   Binnen die planning paste het overigens niet dat mijn moeder het bedrijf voortzette….   Jan van Ginkel RA

27 september 2017
Geplaatst in: Blogs