Estateplanning via huwelijkse voorwaarden halt toegeroepen

Echtgenoten kunnen door het aangaan of wijzigen van huwelijkse voorwaarden een ander aandeel dan een gelijk aandeel in de huwelijksgemeenschap afspreken of kiezen voor een andere huwelijksgemeenschap. In de praktijk blijkt dat vermogenden van deze mogelijkheden in toenemende mate gebruik maken, ingegeven door de wens om schenk- en erfbelasting te besparen. Het kabinet komt met voorstellen om deze taxplanning via huwelijkse voorwaarden in te perken.   Het wetsvoorstel geeft aan dat herverdeling van bezit in een huwelijk gesloten per 1 januari 2018, schenkbelasting zou kunnen oproepen. Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarbij een woning waarvan beide partners voor de helft eigenaar zijn via een contractwijziging voor 75% op naam van één partner komt te staan. Dit kan straks worden gezien als schenking.   Het voorstel zal ook gaan gelden voor ongehuwd samenwonenden die een notarieel samenlevingscontract aangaan.  

Beperkte huwelijksgemeenschap wordt standaard

Het burgerlijk wetboek gaat regelen dat voor personen die op of na 1 januari 2018 in het huwelijk treden, in beginsel sprake is van een beperkte gemeenschap van goederen. Dat betekent dat het voorhuwelijkse privévermogen, evenals erfenissen en giften die tijdens het huwelijk worden verkregen, tot het privévermogen van de echtgenoten blijven behoren. Alle bezittingen en schulden voor het huwelijk blijven buiten de gemeenschap.   Indien (aanstaande) echtgenoten voor of tijdens het huwelijk een ander huwelijksgoederenregime dan het (nieuwe) standaardregime wensen, kunnen zij dat regelen door het aangaan van huwelijkse voorwaarden bij een notaris.  

Navordering van schenk- en erfbelasting

Navorderen wordt straks voor de schenk- en erfbelasting ook toegestaan indien in verband met een vermindering van een belastingaanslag een navorderingsaanslag aan dezelfde verkrijger moet worden opgelegd. Dit zou aan de orde kunnen zijn in verband met een vermindering van een ‘gewone’ aanslag en een conserverende navorderingsaanslag die voor de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) moet worden opgelegd. Het kabinet stelt tevens voor te codificeren wanneer de termijn voor navordering in de hiervoor genoemde gevallen aanvangt. Het kabinet wil deze maatregel met onmiddellijke werking inlaten gaan.

Wettelijke regeling aanslagtermijnen voor de schenkbelasting verduidelijkt

Het kabinet stelt voor om expliciet in de wettekst op te nemen dat de aanslagtermijnen voor de schenkbelasting voortaan na de dag van het doen van aangifte ingaan wanneer meer dan vier maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de schenking heeft plaatsgevonden, aangifte van die schenking wordt gedaan.   bron: accountant.nl

21 september 2017
Geplaatst in: Nieuws